‘Mijn zus heeft mijn droomnaam gestolen en ik weet niet of ik het haar ooit kan vergeven’
‘Wat doe je als je zus je lievelingsnaam voor je kind inpikt? Hoe kan ik haar ooit vergeven dat ze onze droomnaam heeft gestolen? Deze man deelt het verhaal over zijn zus, die zijn favoriete naam gewoon heeft gekozen voor haar eigen zoon.
Deze man en zijn verloofde hadden al jaren de naam Julian in gedachten voor hun toekomstige zoon. Ze waren niet alleen dol op de naam, maar vinden ook de bijnaam Jules geweldig. Deze naamkeuze was vaak een open en eerlijk gesprek binnen de familie, waardoor iedereen op de hoogte was van hun liefde voor de naam.
Maar nu is zijn zus is acht maanden zwanger. Zij wist al jaren van het Julian/Jules-plan en had zelfs aangegeven dat ze nog genoeg andere namen had die ze leuk vond. Maar kort voor haar bevalling liet ze ineens weten dat zij en haar man besloten hebben hun baby toch, na lang twijfelen… Jules te noemen.
Onze droomnaam is gestolen
En deze man, die binnenkort ook vader hoopt te worden, is uiteraard teleurgesteld dat zijn droomnaam is gestolen. En dat door iemand zo dichtbij hen. ‘Ik besef me dat niemand “eigenaar” kan zijn van een naam, maar het voelt voor mij alsof mijn zus onze enige oprechte wens aan de kant heeft geschoven. Ze kiest gewoon een naam waarvan ze weet dat wij die voor ons eigen kind willen gebruiken.
En wat het ergste is? Ze wuift het weg met de woorden: ‘Ach, jullie zijn nu nog niet zwanger! En wie weet krijgen jullie alleen maar meisjes? Dan heb je die naam nooit nodig. Zonde, toch?’ Ze weet gewoon dat wij deze naam willen en toch pikt ze ‘m in. En dan met zo’n laf excuus. Ik weet niet hoe ik dit haar ooit kan vergeven.
Is het dan zo dat als je je kind nog niet zo hebt genoemd, dat alle namen voor iedereen vrij zijn om te kiezen? Moet ik het maar loslaten omdat wij inderdaad nog niet zwanger zijn en wie weet nooit een Julian zullen krijgen? Of mag ik er wel oprecht even van balen? Het voelt ook als een steek jaloezie, elke keer als ik nu de naam van mijn neefje moet zeggen. En daar kan ik niets aan doen, aan die emoties. Uiteindelijk moet ik het maar laten gaan, dat begrijp ik. Maar m’n zus kwetst me wel, met zoiets als een naam.’