
Broers en zussen met één jaar leeftijdsverschil maken het meeste ruzie

Slaan jouw kinderen elkaar ook behoorlijk de hersens in? Als in: ruzie om elk klein dingetje? Dat ligt dan waarschijnlijk aan het leeftijdsverschil: een verschil van één jaar zou het pittigst zijn.
Dus mocht je nog even willen wachten met het krijgen van je tweede kind? Als je die keuze hebt, zou dat wat ruzies betreft thuis wel slim zijn.
Wetenschappers kunnen allerlei mooie theorieën hebben over ontwikkeling en hechting, maar de realiteit is simpel: kinderen met een klein leeftijdsverschil maken constant ruzie. Over alles.
De eeuwige strijd om aandacht
Het begint al bij de geboorte van de jongste. Kind nummer één, die net gewend was aan zijn status als koning(in) van het huishouden, krijgt ineens concurrentie. En niet zomaar concurrentie, maar een baby. Een krijsende, melkdrinkende, door iedereen aanbeden indringer die non-stop aandacht krijgt. Dit is het moment waarop het oudste kind zijn of haar eerste levensles leert: de wereld is oneerlijk.
Alles is een wedstrijd
Bij kinderen die maar een jaar of twee schelen, zit er geen duidelijke ‘grote broer’ of ‘kleine zus’ hiërarchie in. Dit betekent dat alles een competitie wordt. Kinderen met een leeftijdsverschil van één jaar zitten qua ontwikkeling vaak dicht bij elkaar. Ze leren bijna tegelijkertijd nieuwe vaardigheden, zoals praten, lopen en fietsen. Dit kan leiden tot vergelijkingen en competitie: wie is beter, sneller of sterker? Dit soort rivaliteit vergroot de kans op conflicten. Bij een groter leeftijdsverschil voelt een oudere broer of zus zich vaak automatisch de ‘leider’ en neemt hij of zij een zorgende rol op zich. Maar bij slechts één jaar verschil is die hiërarchie minder duidelijk. Beide kinderen voelen zich ongeveer even oud, wat ertoe kan leiden dat ze vaker strijden om controle en beslissingen.
Omdat ze qua interesses en vaardigheden veel op elkaar lijken, willen kinderen met een klein leeftijdsverschil vaak dezelfde dingen. Denk aan speelgoed, een plek op de bank of de eerste beurt bij een spelletje. Dit kan leiden tot eindeloze discussies en conflicten.
Goed: een verschil van 2 of 3 jaar maakt het niet veel beter. Pas met een leeftijdsverschil van 4 jaar is er geen concurrentie. En ach, uiteindelijk groeien de meeste rivaliserende broers en zussen uit tot vrienden. Het goede nieuws is dat de meeste broers en zussen met een klein leeftijdsverschil naarmate ze ouder worden een sterke band ontwikkelen. De rivaliteit die ze als kind ervaren, kan later omslaan in een hechte vriendschap. Tegen die tijd kun je als ouder achteroverleunen, een kop thee pakken en genieten van de stilte. Tot je kleinkinderen geboren worden.
Dan begint het allemaal opnieuw.