Aan de ogen van je kinderen kun je zien of ze ADHD of autisme hebben, zeggen experts

31.10.2023 11:35

Het klinkt bizar en misschien is het dat ook wel, maar experts zeggen dat je aan de ogen van je kinderen kunt zien of ze last hebben van symptomen gerelateerd aan ADHD en autisme.

En dat kan al op zeer jonge leeftijd, waardoor je er vroeg bij kunt zijn met de diagnose.

Je ogen vertellen je veel

Onderzoekers van Flinders University in Australië hebben bewijs gevonden dat de ogen ook de eerste tekenen van autisme en ADHD bij kinderen kunnen prijsgeven, waardoor de diagnoses veel vroeger gesteld kunnen worden. In de nieuwe studie maten de onderzoekers de reacties van het netvlies wanneer het oog aan licht werd blootgesteld met speciale lampen. Zo bleek dat jongeren met ADHD gemiddeld meer elektrische activiteit in het netvlies hadden, en jongeren met autisme minder.

Lees alles over moedergeluk voor een fijner leven waarin jij je eigen keuzes durft te maken, in bestseller Happy Mom!

De hersenen van mensen met ontwikkelingsproblemen zoals ADHD of autisme werken net anders, zeggen experts. Je ogen zijn uiteraard in verbinding met je brein, waardoor je iets zou kunnen aflezen aan je kijkers.

‘In feite kijken we hoe de ogen ons kunnen helpen de hersenen te begrijpen. En hoewel er meer studies nodig zijn om precies vast te stellen welke signalen in het netvlies bij welke ontwikkelingsstoornissen passen, zou dit een doorbraak kunnen betekenen,’ aldus Fernando Marmolejo-Ramos, cognitief psycholoog aan de University of South Australia.

Symptomen bij kinderen

Autisme (Autismespectrumstoornis – ASS):

  1. Problemen met sociale interactie:
    • Moeite met het aangaan en onderhouden van oogcontact.
    • Beperkte interesse in het delen van plezier, interesses of prestaties met anderen.
    • Moeite om non-verbale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal, te begrijpen en te interpreteren.
  2. Beperkte interesses en herhaalde gedragingen:
    • Sterke focus op specifieke onderwerpen of activiteiten.
    • Herhalende gedragingen zoals handfladderen, wiegen, of obsessieve routines.
  3. Problemen met communicatie:
    • Vertraagde taalontwikkeling of moeite met conversatie.
    • Herhalend taalgebruik (echolalie).
    • Moeite met het begrijpen van figuurlijke taal en humor.
  4. Sensorische overgevoeligheid of ondergevoeligheid:
    • Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels zoals geluid, licht, aanraking en smaak.
  5. Moeite met veranderingen:
    • Sterke weerstand tegen veranderingen in routines of omgeving.

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder):

  1. Aandachtsproblemen:
    • Moeite met het richten van de aandacht en het voltooien van taken.
    • Snel afgeleid zijn door externe prikkels.
  2. Hyperactiviteit:
    • Overmatige beweging en rusteloosheid.
    • Moeite met stilzitten in situaties waar stilte wordt verwacht.
  3. Impulsiviteit:
    • Moeite met wachten op hun beurt.
    • Het stellen van ongepaste vragen of opmerkingen zonder erbij na te denken.
  4. Organisatorische problemen:
    • Moeite met het organiseren van taken en activiteiten.
    • Vergeten van dagelijkse verantwoordelijkheden.