‘Ik vind de naam van mijn moeder zo truttig en ouderwets, dat ik haar niet wil vernoemen’

12.05.2025 08:33

‘Ik hou van haar. Ze heeft alles voor me gedaan. Me gedragen, gevoed, opgevoed. Ze stond op schoolpleinen in de regen, kookte eindeloos macaroni met kaas, en gaf altijd antwoord, zelfs als ik dat niet wilde horen.

Maar toen ik zwanger werd, wist ik één ding zeker: Mijn dochter gaat niet ook Janienke heten. Nee, ook niet als tweede naam.

En dat is moeilijker dan het lijkt.

Vernoemen als eer – of als verplichting?

In mijn familie is vernoemen een soort ongeschreven regel. Mijn neefje heet naar opa, mijn nichtje naar oma. Mijn eigen tweede naam is die van een overgrootmoeder die ik nooit gekend heb.
En hoewel ik het mooi vind, dat idee van verbondenheid, voelde het voor mij ook als een beklemmende traditie.

Want eerlijk? Janienke — ik vind het geen mooie naam. Het klinkt voor mij oubollig. Als iets uit een stoffige roman of een plakboek uit 1964. Geen naam die ik mezelf hoor roepen op een speeltuin of schoolplein. En zeker niet de naam van mijn dochter, die ik alles gun wat fris, levendig en van haarzelf is.

Schuldgevoel en twijfel

Het gekke is: ik heb lang getwijfeld. Niet omdat ik ineens verliefd werd op de naam, maar omdat ik bang was mijn moeder te kwetsen. Alsof ik haar liefde afwees, of zei dat ze er niet toe deed.

Ik stelde het gesprek uit. Draaide eromheen. Zei dat we “nog geen naam hadden gekozen”, terwijl ik allang wist dat het iets anders zou worden. Iets moderners. Iets waarvan ik dacht: dit past bij háár — mijn dochter, niet bij mijn schuldgevoel.

De naam is niet de liefde

Toen ik het uiteindelijk toch vertelde, zei ik:
“Mam, ik ga je niet letterlijk vernoemen. Maar je zit wel in haar. In hoe ik haar zal opvoeden. In hoe ik haar troost, grapjes maak, of leer dat ze op zichzelf mag vertrouwen — net als jij dat bij mij deed.”

Ze was even stil. Keek me aan. En toen zei ze:
“Je hoeft me niet te vernoemen. Als ze op jou lijkt, zit ik er toch al in.”

We mogen kiezen

Vernoemen is prachtig als het klopt. Maar het mag ook een keuze zijn om het níet te doen. Je hoeft de liefde niet te bewijzen met een naam die niet goed voelt. Je eert iemand niet alleen met letters — maar met daden, herinneringen, verhalen.

Mijn dochter draagt nu een andere naam. Noa. Kort, krachtig, een beetje eigenwijs. Net als zij. En ergens weet ik zeker: als ze straks vraagt waar haar naam vandaan komt, zal ik haar ook vertellen over haar oma Janienke. Met liefde. Zonder spijt.’