‘Dit is nou echt een naam die aan ellende en gezeur doet denken, zei mijn moeder over mijn dochter’
Toen ik mijn moeder vertelde dat onze dochter Saar zou heten, reageerde ze niet zoals ik had gehoopt. Geen glimlach, geen “Wat een mooie naam!”, geen enthousiaste “Oh, dat past echt bij haar!”
Nee — ze trok haar wenkbrauwen op en zei:
“Saar? Dat is nou echt een naam die aan ellende en gezeur doet denken.”
Ik stond met mijn mond vol tanden.
Ellende en gezeur? Wat bedoelde ze daar nou weer mee? Omdat oudere mensen Saars worden genoemd? Volgens haar was het “zo’n zeurderige naam”, omdat ze vroeger ooit een kennis had die Saar heette — “altijd klaagde, altijd drama.”
En dat ene beeld, van één persoon uit haar verleden, was blijkbaar genoeg om de naam van mijn pasgeboren dochter te verpesten.
Het verbaast me nog steeds hoe subjectief namen kunnen zijn. Voor mij was Saar juist lief, stoer, eenvoudig en warm. Een naam die bij elk leeftijd past. Maar voor mijn moeder was het een herinnering aan iemand die ooit te veel praatte op verjaardagen.
Het is niet de eerste keer dat ik hoor dat ouders of grootouders moeite hebben met de namen van hun (klein)kinderen. Een naam is persoonlijk, maar roept bij iedereen iets anders op — een gevoel, een herinnering, soms zelfs een oordeel. En dat laatste komt er bij mijn moeder altijd ongefilterd uit.
Ze bedoelt het niet kwaad. Ze is van een generatie waarin namen vooral praktisch waren, niet symbolisch of emotioneel. Vroeger koos je een naam die “gewoon normaal” was, die op elk formulier paste en waar niemand moeilijk over deed. Tegenwoordig willen we dat een naam iets zegt. Over ons, over onze smaak, over wie ons kind hopelijk wordt.
Toen ik dat probeerde uit te leggen, haalde ze haar schouders op.
“Nou ja, als jij dat mooi vindt, moet je het zelf weten,” zei ze, met die toon die eigenlijk betekent: ik vind het nog steeds niks.
En toch — elke keer dat ik nu naar mijn dochter kijk, weet ik dat het de juiste naam is.
Als ze lacht, als ze haar kleine handjes uitstrekt, als ze “Mama” zegt — dan ís ze gewoon Saar.
Niet de vrouw uit mijn moeders herinnering, niet iemand die klaagt of zeurt, maar gewoon mijn kind.
Misschien zegt de reactie van mijn moeder vooral iets over hoe namen ons verbinden met ons verleden. Wat voor haar “ellende” was, is voor mij puur geluk.
Dus ja — Saar blijft Saar. En als mijn moeder het er nog eens over begint, zeg ik gewoon:
“Misschien denk jij aan gezeur, mam, maar voor mij betekent die naam liefde.”