‘Mijn moeder zegt gewoon hard in mijn gezicht dat ze niet op haar enige kleinkind wil passen’

15.04.2025 21:53
moeder niet kleinkind

‘Mijn moeder is niet het warme, zoete type. Ze is altijd druk en we hebben best goed contact, maar lopen de deur ook niet bij elkaar plat. Toen ik een zoon kreeg, hoopte ik dat het oma zijn haar wat zou veranderen. Dat we wat meer te bespreken zouden hebben. Maar dat valt enorm tegen: mijn moeder wil niet op haar kleinkind passen.

En het breekt mijn hart. Ze wil gewoon niet oppassen op haar enige kleinkind.

In plaats daarvan keek ze me strak aan en zei: “Ik ga niet elke week op jouw kind passen. Ik heb mijn leven gehad met kinderen. Dit is jouw beurt.”

En dat kwam… best hard binnen.

Ik dacht: dit dóe je gewoon als oma

Begrijp me niet verkeerd — mijn moeder en ik hebben geen slechte relatie. Ze is sterk, nuchter, heeft haar leven goed op orde. Maar ergens had ik verwacht dat ze, nu ze oma werd, automatisch ook die warme rol op zich zou nemen: koekjes bakken, oppasdagen, met een buggy door het park.

Want zo doen oma’s dat toch? Of niet?

Haar boodschap was helder – en eerlijk

Ze was niet boos of onredelijk. Gewoon eerlijk. Ze zei dat ze haar vrijheid nu koestert. Dat ze jarenlang heeft gewerkt én voor ons heeft gezorgd. Dat ze blij is dat ze eindelijk tijd voor zichzelf heeft, en dat ze niet terug wil naar luiers, snotneuzen en slaapjes.

En hoewel het pijn deed…
moest ik toegeven: ze heeft een punt.

Mijn moeder wil niet met haar kleinkind zijn

Wat me misschien nog wel het meest raakte, was dat ik ergens had gehoopt op hulp. Niet alleen praktische hulp — maar ook die geruststelling: Je hoeft het niet allemaal alleen te doen. En nu voelde het even alsof ik er wél alleen voor stond. Alsof ze het niet zo met mij wil delen, dit nieuwe leven. Mijn zoon is mijn alles, die wil je toch leren kennen?

Mijn moeder wíl geen oppasoma zijn. Ik moet andere oplossingen vinden, misschien opvang regelen, vaker hulp vragen aan anderen. Maar ik voel me ergens ook sterker. Wij kunnen dit, ook wel zonder haar vaste dag. Ik denk alleen dat ze iets heel moois mist. En wat gaat ze dan doen op al die dagen? Het is niet zo alsof ze nog heel druk is met haar werk. Ze heeft ook geen groepen vriendinnen. Ik begrijp het gewoon niet, maar ik laat het maar. Onze band is wat het is, hoe pijnlijk dat soms ook voelt.’