‘Mijn ouders willen niet dat hun kleinkinderen komen logeren en dat maakt me verdrietig en boos’

30.09.2025 11:08
kleinkinderen logeren

‘Ze hebben er gewoon geen zin in, in die gebroken nachten. Ik moet eerlijk bekennen: ik ben boos. Boos en teleurgesteld. Het gaat over iets waar ik eigenlijk zoveel warmte en plezier in zag, maar waar nu een muur voor staat. Mijn ouders, de grootouders van mijn kinderen, willen niet dat hun kleinkinderen komen logeren.

Voor mij voelt dat vreemd en pijnlijk. Ik had verwacht dat ze het juist leuk zouden vinden om de kinderen af en toe een nachtje bij zich te hebben. Voor de band met hun kleinkinderen, maar ook om ons als ouders wat ademruimte te geven. Een logeerpartij bij opa en oma, dat hoort toch bijna bij de magie van het grootouderschap?

Toen ik het voorzichtig aankaartte, kreeg ik te horen dat ze daar geen behoefte aan hebben. Ze vinden het te druk, te vermoeiend en ze willen hun rust houden. En hoewel ik dat ergens kan begrijpen, voelt het voor mij als een afwijzing. Niet alleen van mij, maar ook van mijn kinderen.

Mijn kinderen zouden het geweldig vinden: ontbijten bij opa en oma, verhaaltjes in een ander bed, samen spelletjes doen en misschien zelfs een keertje laat opblijven. Ze zouden herinneringen maken die ik zelf koester van vroeger. Maar dat wordt hen nu ontnomen.

Mijn ouders willen niet dat ze komen logeren

Ik merk dat ik vastzit tussen twee gevoelens. Enerzijds weet ik dat mijn ouders recht hebben op hun grenzen en dat ze hun eigen leven mogen leiden zoals zij dat willen. Anderzijds voel ik me afgewezen. Het is alsof hun liefde stopt bij een bepaalde grens, en dat doet pijn.

Misschien moet ik accepteren dat hun rol als grootouders anders is dan ik me had voorgesteld. Ze zijn liever grootouders die op bezoek komen, een middag lang knuffelen, en daarna weer hun eigen huis en rust hebben. Maar dat wringt met mijn verlangen naar een hechtere band tussen hen en mijn kinderen.

Ik probeer mijn boosheid om te buigen naar begrip, maar eerlijk gezegd lukt dat nog niet helemaal. Ik gun mijn kinderen die speciale momenten met hun opa en oma. En ik gun mezelf het vertrouwen dat mijn ouders er voor ons zijn, niet alleen overdag maar ook in de kleine, intieme momenten die logeerpartijen vaak brengen.

Voor nu voelt het als een gemis. Een gemis dat ik niet zomaar kan wegstoppen. Misschien moet ik nieuwe tradities bedenken, andere manieren waarop mijn kinderen toch die warme herinneringen kunnen maken. Maar diep vanbinnen hoop ik dat mijn ouders op een dag hun hart openstellen voor iets waar ik zo naar verlang: een logeerpartijtje bij opa en oma.’