‘Mijn moeder zeurt na jaren nog over het feit dat ik mijn zus wel heb vernoemd, en haar niet’

02.11.2025 15:11
zus vernoemd

Mijn moeder kan er nog steeds niet over ophouden. Al jaren begint ze er, op de meest willekeurige momenten, weer over: dat ik mijn dochter níét naar haar heb vernoemd en dat ik mijn zus wél heb vernoemd.

Mijn zus heet Julia en mijn moeder heet Neeltje.  “Belle Julia,” zegt ze dan met een licht verontwaardigde ondertoon, “ja, Julia — díe mocht natuurlijk wél.”

Ik weet dan al hoe het vervolg gaat. Dat Neeltje tegenwoordig bijna niemand meer heet. Dat ze het een prachtige, ouderwetse naam vindt. “Tegenwoordig is alles Belle of Lotte of Nova,” zegt ze dan met een zucht, “maar een naam met karakter, dat durven ze niet meer.” En nee, ik wilde geen Neeltje als tweede naam, sorry. Te ouderwets, zo niet mijn smaak…

Ik glimlach dan meestal maar wat. Want ik wéét dat ze het niet kwaad bedoelt. Toch voel ik altijd even de neiging om mezelf te verdedigen.
Ik wilde gewoon geen ouderwetse naam. Toen ik zwanger was, dacht ik niet in termen van traditie of familie-eer. Ik wilde iets zachts, iets eigens, iets dat mijn dochter zélf kon dragen zonder dat er meteen een hele familiegeschiedenis aan vastzat.

Mijn zus is wél vernoemd

Dat haar tweede naam Julia werd, was wél bewust. Mijn zus en ik hebben altijd een hechte band gehad. Julia was degene die me door puberdrama’s, liefdesverdriet en volwassen chaos sleepte. Ze is mijn anker, mijn nuchtere spiegel. En toen Belle werd geboren, voelde het vanzelfsprekend om iets van haar mee te geven.

Mijn moeder zag dat anders. Voor haar is vernoemen een gebaar van erkenning — een bewijs dat je iemand belangrijk genoeg vindt om zijn of haar naam door te geven. En dat ik haar die eer niet heb gegund, voelt voor haar als iets wat ontbreekt. Soms, als ze er weer een opmerking over maakt — “Nou, hopelijk noemt Belle haar dochter straks wél Neeltje” — glimlach ik maar. Want ik weet dat het haar niet echt om de naam gaat. Het gaat om gezien worden, om de wens dat iets van haar voortleeft. En natuurlijk is ze ook belangrijk voor me.

En eerlijk? Dat doet het ook. Niet in de naam, maar in de lach van Belle, in haar koppigheid, in dat kleine rukje aan haar jas als ze haar zin wil doordrijven. Dat is allemaal Neeltje.’