 
        ‘Mijn moeder zegt bloedeerlijk dat ik nog een buikje heb, een halfjaar na de bevalling’
 
                
                
            
            
            “Nou, je bent al goed op weg hoor,” zei mijn moeder terwijl ze haar kop thee neerzette. “Maar je hebt nog wel een buikje.”
Ik moest lachen. Of eigenlijk: ik deed alsof ik moest lachen. Want wat zeg je op zoiets?
Ja mam, ik weet het. Ik heb een buikje. Ik heb negen maanden lang een mens in me gedragen. Mijn buik heeft zich uitgerekt, verschoven, gezwoegd — en nu moet hij kennelijk binnen een halfjaar weer strak zijn.
Ik weet dat ze het niet kwaad bedoelde. Mijn moeder is van de generatie die eerlijkheid verwart met behulpzaamheid. Als ze zegt dat iets “wel wat voller” oogt, denkt ze dat ze me een dienst bewijst. Maar haar woorden bleven toch hangen. Alsof mijn lijf iets is wat “nog af” moet.
En eerlijk? Ik dacht zelf ook dat het sneller zou gaan. Dat ik na zes maanden wel weer ongeveer de oude zou zijn. Maar mijn oude lijf voelt soms verder weg dan ooit. Mijn buik is zachter, mijn huid dunner, mijn energie anders. En dan komt mijn moeder, die me tussen de regels door herinnert aan hoe ik “vroeger” was.
Wat ik haar niet vertelde, is dat ik soms ’s avonds in de spiegel kijk en mijn hand op dat buikje leg. Dat ik probeer te bedenken of dit nu mijn nieuwe ik is — of dat ik nog steeds onderweg ben. Dat ik mezelf toespreek: je hebt iets groots gedaan, dit mag er zijn. Maar één opmerking, één eerlijk bedoelde constatering, en dat stemmetje wordt weer klein.
De volgende keer dat ze iets zegt, wil ik luchtig reageren. Misschien zeg ik dan: “Klopt, mam. Dat is mijn souvenir van het moederschap.” Of: “Ja, handig, ik heb altijd een kussen bij me.”
Want ik wil niet boos zijn. Ik wil gewoon dat ze begrijpt dat haar woorden — hoe eerlijk ook — raken aan iets waar ik zelf nog niet helemaal vrede mee heb.
Mijn buik vertelt een verhaal. Over zwangerschap, bevalling, herstel, nachten zonder slaap. Over liefde en verlies van controle. En ja, dat verhaal eindigt niet met een platte buik.
Dus ja mam, ik héb nog een buikje.’
 
         
         
         
        