
‘Mijn gewone Nederlandse meisjesnaam komt nog maar een paar keer voor, ongelooflijk’

Als kind vond ik mijn naam eigenlijk heel gewoontjes. Ik heet Aukje – een oer-Hollandse naam die je vroeger overal hoorde. Geen poespas, geen internationale klank, gewoon een naam die je oma waarschijnlijk ook had kunnen dragen. Terwijl klasgenootjes namen hadden die ik bijzonder vond, voelde ik me met mijn naam eerder een beetje saai.
Maar laatst besloot ik voor de grap eens te kijken hoe vaak mijn naam nog voorkomt in Nederland. Wat bleek? Slechts een paar keer!
In ieder geval niet meer dan tien keer gegeven in de laatste jaren, blijkt uit de statistieken. Ik kon het bijna niet geloven. De naam waarvan ik altijd dacht dat iedereen hem wel kende, blijkt bijna uitgestorven te zijn.
Het gaf me een raar gevoel. Aan de ene kant voelt het vreemd dat iets zo alledaags uit mijn jeugd nu zeldzaam is geworden. Aan de andere kant maakt het me ook trots. Mijn “gewone” naam is eigenlijk helemaal niet gewoon meer – hij is juist uniek.
Gewone Nederlandse naam
Het grappige is dat mensen vaak verwachten dat ik een bijzondere, moderne naam heb als ik dit vertel. En dan moet ik uitleggen dat het juist een traditionele Nederlandse naam is, eentje die waarschijnlijk tientallen jaren geleden nog heel populair was.
Dat er nu nog maar een handvol mensen in het hele land Aukje heten, maakt mijn naam voor mij extra speciaal. Wat ooit gewoon klonk, voelt nu als een klein stukje erfgoed dat ik bij me draag.