‘Mijn dochter noemt haar stoere meisjesnaam een typische ‘lesbi-naam’, en ze haat het’

31.10.2025 09:56

‘Toen ik zwanger was van mijn dochter, wist ik één ding zeker: ik wilde geen doorsnee naam. Geen Emma, geen Sophie, geen Mila. Prachtige namen hoor, maar ik wilde iets dat opviel. Iets dat kracht uitstraalde. Een naam waarmee mijn dochter meteen een beetje mysterie om zich heen zou hebben. Stoer, eigenzinnig, uniek.

Ik heb uren, nee – weken, gespendeerd aan lijstjes. Pinterestborden vol namen, forums afgestruind, zelfs oude Scandinavische en Keltische namenboeken doorgespit. En toen vond ik haar naam: Ravyn. Niet ‘Raven’, nee, met een ‘y’. Die kleine twist maakte het voor mij perfect. Krachtig, donker, zeldzaam. Ik was op slag verliefd.

Toen ze geboren werd en ik haar die naam gaf, voelde het alsof alles klopte. Mensen reageerden wisselend – “O, apart!”, “Waar komt dat vandaan?”, “Wat bijzonder!” – maar dat vond ik juist leuk. Mijn dochter zou geen eenheidsworst worden. Ze zou opvallen, een statement zijn.

Maar nu is ze dertien. En ze haat haar naam.

Ze noemt zichzelf liever Rae op school. Toen ik dat voor het eerst hoorde, voelde ik me bijna verraden. “Waarom schaam je je voor je naam?” vroeg ik haar. Ze haalde haar schouders op. “Iedereen vraagt ernaar. Ze zeggen dat het klinkt alsof jij een gothic was in de jaren 2000.” Ze rolde met haar ogen, en ik wist niet wat ik moest zeggen.

Ik had het beste met haar voor. Ik dacht dat ik haar iets bijzonders gaf – een naam die haar sterk zou maken, een identiteit waar ze trots op kon zijn. Maar wat ik niet had voorzien, was dat ze die naam niet koos. Dat deed ík.

En eerlijk? Hoe ouder ze wordt, hoe meer ik haar begrijp. Wat voor mij stoer en uniek voelde, voelt voor haar als een last. Ze wil gewoon opgaan in de groep, niet telkens uitleggen waarom haar naam klinkt als een personage uit een fantasyfilm. Ze haat haar naam.

Soms denk ik eraan hoe het zou zijn geweest als ik haar gewoon ‘Lotte’ of ‘Sanne’ had genoemd. Misschien was ze dan minder bijzonder in mijn ogen, maar gelukkiger in de hare.

Ik heb haar inmiddels verteld dat als ze later haar naam wil veranderen, ik dat niet erg vind. Ze keek me aan en glimlachte zacht. “Misschien doe ik dat,” zei ze. “Maar misschien niet. Misschien leer ik het ooit wel leuk te vinden.”