
‘Mensen vinden de naam van mijn zoon veel te kort’

Geen ingewikkelde spelling, geen ellenlange lijst aan tweede en derde namen—gewoon iets simpels en tijdloos. De naam van mijn zoon is inderdaad heel kort: twee letters. En zo werd hij geboren als Lo.
Voor mij voelde het perfect. Kort, sterk, en zonder poespas. Maar zodra mensen zijn naam hoorden, kreeg ik steevast dezelfde reactie: “Is dat alles?” of “Maar hoe heet hij écht?” Alsof ik per ongeluk de rest van zijn naam was vergeten of niet de moeite had genomen om iets ‘echts’ te kiezen.
Alsof een naam niet ‘af’ is
Mensen lijken gewend te zijn aan namen van minstens twee lettergrepen, of op z’n minst iets waar nog een extra klank aan vastzit. Een korte naam roept blijkbaar verwarring op.
- “Lo… en verder?”
- “Dat klinkt meer als een afkorting.”
- “Moet daar niet nog iets achter, zoals Logan of Lorenzo?”
Sommigen doen er zelfs lacherig over, alsof ik mijn zoon tekortdoe door hem zo’n korte naam te geven. Alsof een naam pas ‘af’ is als hij lang genoeg is om de hele voorpagina van een schoolschrift te vullen.
Wat ik juist mooi vind aan Lo, is dat het direct en krachtig is. Geen overbodige versieringen, geen poespas. Hij zal later geen moeite hebben met het spellen of uitspreken van zijn naam. Geen misverstanden, geen eindeloze correcties.
Daarnaast past het perfect bij wie hij is: een eigenwijs, levendig jongetje met een sterke persoonlijkheid. Hij hééft geen lange naam nodig om indruk te maken.
Waarom moeten namen altijd aan verwachtingen voldoen?
Het fascineert me hoe iets persoonlijks als een naam zoveel discussie kan oproepen. Lange namen worden soms ‘te overdreven’ gevonden, korte namen ‘te simpel’. Maar waarom moet een naam aan een bepaalde standaard voldoen?
Voor mij is Lo gewoon Lo. Geen afkorting, geen koosnaampje, geen halve naam. Gewoon precies goed zoals het is. En als hij later iets anders wil, staat het hem vrij om dat zelf te bepalen. Maar tot die tijd? Dan is hij gewoon Lo. Kort, krachtig en helemaal zichzelf.