Kinderen met deze 5 veelvoorkomende namen zouden het lastigst op te voeden zijn
Eerlijk is eerlijk: elk kind kan weleens een draak zijn om op te voeden. Het ene moment zijn ze engeltjes, het volgende moment overweeg je serieus om vijf minuten onder de trap te gaan huilen. Maar er is een hardnekkige, quasi-grappige theorie die altijd rondzwerft in oudergroepen, scholen en WhatsApp-chats:
Bepaalde voornamen lijken nét iets meer temperament mee te brengen.
Onzin? Vast.
Grappig? Absoluut.
Herkenbaar? Soms pijnlijk.
We zetten de “beruchte” namen op een rij — met een dikke knipoog en een snufje realistische opvoedstress.
1. Jaxx – De mini-stuntman
Jaxx’jes hebben volgens moeders op het schoolplein een ingebouwde adrenalineboost.
Zij zijn de dreumesen die klimmen, springen, vallen en weer opstaan voordat jij überhaupt begrijpt wat er gebeurde.
Typische Jaxx-momentjes:
-
Klimt op de bank → valt eraf → lacht → doet het nog eens.
-
Nooit moe.
-
Altijd nét te snel.
Opvoedmoeilijkheid: hoog, maar je conditie wordt er top van.
2. Nova – Het wilskracht-wonder
Nova’s zijn lief, gevoelig… én koppiger dan een verzamelalbum vol peuterbuien.
Ze weten precies wat ze willen. En vooral wat ze niet willen.
Ze kunnen charmant zijn, maar zodra het tijd is om naar bed te gaan of hun schoenen aan te doen, verandert het in een ‘niet-nog-nog-nóóit’-discussie.
Typische Nova-uitspraak:
“Dat wil ik zelf beslissen.”
Opvoedmoeilijkheid: middel-hoog, met uitzicht op flinke discussietraining.
3. Mason – De onderhandelaar
Mason-kinderen zijn slim. Geen probleem. Maar die slimheid zetten ze vooral in om jou te overtuigen dat regels optioneel zijn.
Ze hebben de energie van een peuter en de onderhandelingstactieken van een werknemer in de sales.
Typische Mason-gesprekken:
-
“Mag ik nog één koekje?”
-
“Nee.”
-
“Oké… maar wat als ik het nu heel snel opeet?”
Opvoedmoeilijkheid: hoog, want hij wint verrassend vaak discussies.
4. Luna – Het gevoelige vuurwerkje
Luna’s zijn zó vol gevoel dat ze soms ontploffen voordat je ziet dat er iets mis is.
Lief, dromerig en creatief — maar ook snel overprikkeld.
Een te strak elastiekje in het haar? Huilen.
De verkeerde beker? Tranen.
Een sok die kriebelt? Drama.
Opvoedmoeilijkheid: middel — maar met pieken die je voorzichtig maken.
5. Levi – De grensverlegger
Levi’s hebben een natuurlijke gave: ze vinden altijd de grens. En gaan er dan per ongeluk (of expres) net overheen.
Ze zijn ondernemend, enthousiast en aanwezig. Je houdt van ze, maar je moet er wél continu bovenop zitten.
Typische Levi-situatie:
Je vraagt hem het wc-papierritueel niet uit te vinden → hij doet het toch.
Opvoedmoeilijkheid: medium-hardcore, afhankelijk van de dag.
Maar eerlijk? Het ligt nooit aan de naam
We lachen erom — en dat mag — maar laten we ook eerlijk zijn: er bestaat geen naam die automatisch voor “moeilijk opvoedbaar” zorgt. Het gaat om temperament, energie, karakter, aanleg én (heel vaak) de fase waarin een kind zit.
Toch is het heerlijk om af en toe te gniffelen als een klein Jaxx of Nova weer over het schoolplein stormt met het soort energie waar je als volwassene alleen maar moe van wordt.
Of het nu toeval is, een hardnekkige naammythe, of gewoon iets wat we als ouders graag romantiseren: sommige voornamen lijken nu eenmaal een klein stoer randje te hebben.
Maar één ding is zeker:
Geen enkel kind is écht makkelijk — en geen enkel kind is écht moeilijk.
Ze zijn vooral heerlijk zichzelf.