
‘De kinderen van de buren komen op zondagochtend om 9 uur al vragen of ze kunnen spelen’

‘Het is heel gezellig in onze straat. We hebben veel jonge gezinnen naast elkaar wonen en de kinderen spelen graag met elkaar. Maar dat heeft ook nadelen. Want de kinderen van de buren bellen hier nu regelmatig vrij vroeg in de ochtend aan.
Of onze meiden zin hebben om te spelen. Heel lief natuurlijk, dat sociale contact met de buurt is super.
Maar ja… Nu worden we wel regelmatig gestoord op zondagochtend. Laatst waren ze er om 9 uur al. Deurbel, tring… Nou, wij zaten allemaal nog rustig in onze pyjama aan het ontbijt. Dus ik vind dat wat buurtkinderen betreft wat ver gaan… Dat zeg ik dan ook gewoon eerlijk, hoor. Ik zeg dan, jongens, de volgende keer iets later. We spreken met ze af dat het niet eerder gebeurt dan elf uur. In het weekend vind ik dat vroeg zat, om weer kinderen te hebben spelen in je huis.
Het is heel gezellig dat we zoveel vriendjes en vriendinnetjes in de straat hebben wonen, maar het is ook ingewikkeld. Ze roepen constant naar elkaar, over de schutting heen. En dat gebeurt de hele lente en zomer lang. Het is schattig, natuurlijk. Dit is wat kinderen zo blij maakt, hè. Maar als ouder zit je nu eenmaal niet elke weekenddag te wachten op de buren.
En als die kindjes samen gaan spelen, dan moet je toch even babbelen met de buurvrouw, hè. Soms heel leuk, soms heel vermoeiend. Dan zou ik liever ergens op het platteland ver weg van anderen wonen.’