
Deze 25 jongensnamen zijn heel gewoon, en toch komen ze maar dertig keer voor in Nederland

Sommige namen klinken zó normaal dat je zou denken: die moet toch hartstikke vaak voorkomen? Maar nee hoor. Uit data van de Nederlandse Voornamenbank blijkt dat er jongensnamen zijn die gewoon klinken — niks geks, geen rare spelling — en tóch maar zo’n dertig keer voorkomen in het hele land.
En dat is dus heel weinig, eigenlijk.
We hebben 31 van die namen verzameld. Namen die niet uitgesproken hoeven worden met een tongbreker-accent, die oma ook begrijpt, en die je niet op elke straathoek hoort. Perfect voor ouders die een herkenbare, tijdloze naam zoeken, maar toch iets unieks willen.
Hier komen ze — heel gewoon, en toch zeldzaam:
-
Martijn
-
Koenraad
-
Dennis
-
Franklin
-
Erik-Jan
-
Chris
-
Matthieu
-
Jules
-
Otto
-
Kevin
-
Sander
-
Arno
-
Bastiaan
-
Jochem
-
Maurits
-
Stefan
-
Markus
-
Rens
-
Jeroen
-
Leonard
-
Floris-Jan
-
Remy
-
Casper
-
Timothee
-
Jordy
Toegegeven: sommige dubbele namen (zoals Lars-Erik of Hugo-Jan) klinken wat nostalgisch of Scandinavisch, maar je hoort ze nog steeds als voornaam. En anderen, zoals Chris, Otto of Jochem, klinken zó Nederlands dat je haast niet gelooft dat ze zo zeldzaam zijn.
Waarom komen deze namen zo weinig voor? Er zijn een paar mogelijke verklaringen:
-
Ze zijn net “uit de mode”, maar nog niet retro genoeg.
-
Ze worden soms vervangen door internationale varianten (denk: Timothy in plaats van Timothee).
-
Of ouders kiezen tegenwoordig óf voor klassiek óf voor hypermodern — en deze vallen nét ertussenin.
Jongensnamen die nu meer in trek zijn, zijn kort en Hollands, zoals Sem of Daan. Of juist kort en Engelstalig, zoals James of Finn. Wat de reden ook is: deze namen zijn stuk voor stuk bijzonder door hun gewone zeldzaamheid. De kans dat je zoon straks in een klas zit met vier naamgenoten is hiermee minimaal — terwijl hij toch niet hoeft uit te leggen hoe je zijn naam schrijft.