‘Ik mag van de juf mijn kind geen krentenbol mee naar school geven, dat is toch raar?’

Het is kwart over acht. Mijn kind is aangekleed, zijn broodtrommel gevuld, fruit geschild, drinkbeker dichtgeklikt. En in het trommeltje: een krentenbol. Niet besmeerd met chocopasta of suikerbommen, gewoon een doodnormale, zachte bol met rozijnen. Ooit werd dat gezien als best een verantwoorde keuze. Dacht ik.
Maar dan komt de mededeling. Van de juf. “Graag geen krentenbollen meer meegeven. Die vallen bij ons onder zoet brood en dat mag niet volgens het schoolbeleid.”
Sorry, wat?
Van gezonde school naar krentenbolpolitie
Begrijp me niet verkeerd: ik ben vóór gezond eten. Echt. Mijn kind krijgt heus niet elke dag snoep of koek mee naar school. We doen aan fruitdagen, volkoren brood en af en toe rauwkost in een vrolijk bakje. Maar als een krentenbol al niet meer door de beugel kan, waar trekken we dan de grens?
Is het dan straks ook gedaan met banaan (want: veel fruitsuiker)? Of met pindakaas (want: vet)? Gaan we echt op dit detailniveau met elkaar uitvechten wat goed en fout is in een kinderlunchtrommel?
Gezondheidsbeleid met oogkleppen
Scholen willen bijdragen aan een gezonde levensstijl – en dat is op zich een nobel streven. Maar in de praktijk lijkt het steeds vaker uit te monden in rigide regeltjes die weinig ruimte laten voor gezond verstand of context. Want een krentenbol is, zeker in vergelijking met veel ander broodbeleg, helemaal zo gek nog niet. Het bevat vezels, wat koolhydraten voor de energie, en ja, ook wat suiker – maar laten we eerlijk zijn: kinderen hebben energie nodig. En een beetje rozijn is echt geen dramatisch voedingsprobleem.
Wat erger is: het gevoel dat je als ouder gecorrigeerd wordt op iets kleins, alsof je je kind elke dag een blik frisdrank en een Snickers meegeeft.
Wie bepaalt wat gezond is?
De scheidslijn tussen ‘gezond’ en ‘ongezond’ is lang niet altijd zo zwart-wit als het schoolbeleid doet vermoeden. Een volkoren krentenbol met een beetje boter is in veel voedingsadviezen nog altijd een prima tussendoortje. Maar op school lijkt het soms meer op een voedingsdictatuur: alleen wat in het lijstje staat, is toegestaan.
Daarbij vergeten we iets belangrijks: vertrouwen op ouders. Want de meeste ouders willen echt het beste voor hun kind. En een verbod op een krentenbol voelt dan niet als hulp, maar als onnodige bemoeienis.