‘De juf zegt dat ik mijn kind veel te veel eten meegeef naar school, dat bepaal ik toch zelf?’

10.11.2025 09:14
juf te veel eten

Laatst kreeg ik een opmerking van de juf van mijn kind. Ze zei: “Je geeft wel erg veel eten mee naar school, vind je niet?”

Ik stond even met mijn mond vol tanden. Want eerlijk gezegd had ik daar helemaal geen probleem in gezien. Mijn kind eet goed, is actief, groeit prima, en ik dacht altijd dat ik juist goed bezig was. Maar blijkbaar dacht de juf daar anders over.

Onderweg naar huis bleef het in mijn hoofd malen. Te veel eten? Wat is dat eigenlijk? En wie bepaalt dat? Ik vind het belangrijk dat mijn kind genoeg heeft voor een hele schooldag — een dag waarin hij niet alleen leert, maar ook speelt, rent en sociaal bezig is. Dan wil ik liever dat er iets overblijft dan dat hij honger heeft. Dus ja, ik doe er nog crackers in, extra groenten, fruit, rijstwafels of een hartige muffin. En veel bruine boterhammen met verschillend beleg.

Ik snap heus wel dat scholen proberen te letten op wat kinderen eten. Er wordt steeds meer gepraat over gezonde lunches, over suiker, over overgewicht. En dat is goed. Maar soms voelt het alsof er over de hoofden van ouders heen wordt beslist wat “goed” of “te veel” is. Terwijl elk kind anders is. De één eet als een mus, de ander heeft juist energie voor tien.

De juf vindt het te veel eten

Wat me stoorde, was niet zozeer dat de juf iets zei, maar hoe ze het zei. Er zat een oordeel in. Alsof ik niet wist wat goed was voor mijn kind. En dat raakt me, want opvoeden is al ingewikkeld genoeg. Je probeert elke dag de juiste keuzes te maken, vaak op gevoel, soms met twijfel, maar altijd met de beste bedoelingen.

Misschien had ik gewoon even willen horen: “Ik merk dat je kind vaak veel eten bij zich heeft — hoe komt dat?” Dan hadden we een gesprek kunnen voeren. Dan had ik kunnen uitleggen dat mijn kind snel honger krijgt, of dat ik liever gezonde dingen extra meegeef dan dat hij iets koopt na school.
Nu voelde het als kritiek in plaats van zorg.

Dus ja — ik bepaal zelf wat ik mijn kind meegeef. Maar ik sta ook open voor een gesprek, zolang het uit interesse komt en niet uit veroordeling. Want opvoeden doen we niet alleen, en school hoort daarbij.
Alleen: laten we elkaar een beetje vertrouwen geven. Ouders, leerkrachten, kinderen — iedereen heeft het beste voor met dat kleine broodtrommeltje.