
Bewezen: oppassen op de kleinkinderen is goed voor de gezondheid van opa’s en oma’s

Soms hoor je van die beweringen die te mooi lijken om waar te zijn, althans, als je een drukke moeder bent. Want laat je ouders en schoonouders vooral wat vaker oppassen op de kleinkinderen: je doet ze er een gunst mee.
Onderzoek heeft aangetoond dat het oppassen op kleinkinderen een positieve invloed kan hebben op de gezondheid van grootouders. Het kan helpen om de geest actief te houden, sociale interactie te bevorderen en zelfs de levensverwachting te verhogen.
Een studie gepubliceerd in het Journal of Gerontology: Psychological Sciences wees uit dat grootouders die regelmatig voor hun kleinkinderen zorgen, een betere cognitieve functie hebben en minder kans hebben op depressie dan degenen die dat niet doen. Een andere studie in het Journal of Epidemiology and Community Health vond zelfs dat grootouders die regelmatig oppassen een 37% lager sterftecijfer hadden dan degenen die dat niet deden.
Niet langer leven, maar wel gezonder
Het oppassen op kleinkinderen kan echter ook stressvol zijn, vooral als het langdurig of intensief is. Het is belangrijk dat grootouders hun eigen grenzen kennen en zorgen voor hun eigen welzijn, terwijl ze ook genieten van de voordelen van tijd doorbrengen met hun kleinkinderen. Bewijs dat oppassen ervoor zorgt dat ouderen langer leven is er niet. Wel vermoedt hoogleraar sociologie Steverink dat het helpen van anderen, en dus ook het oppassen op kleinkinderen, goed is voor de gezondheid van ouderen. Of het ook geldt voor anderen helpen die niet je kleinkinderen zijn? Waarschijnlijk wel. Sociaal contact is wat mensen dag in dag uit nodig hebben, zeker als ze meer op leeftijd zijn.