Zo haal je alles uit het vaderschapsverlof: honderd procent betaald, maar toch meer vrije dagen

07.05.2025 10:12

Het klinkt als een truc uit een werkgevershandboek voor gevorderden: een kersverse vader die níét minder gaat werken, gewoon zijn volledige salaris blijft ontvangen, maar ondertussen toch wekenlang vaker thuis is. Hoe? Door slim gebruik te maken van regelingen die eigenlijk bedoeld zijn voor iets anders dan luieren met de baby — maar dat in de praktijk soms wel degelijk opleveren.

Sinds 2020 heeft Nederland het geboorteverlof voor partners flink uitgebreid. De officiële regels zijn als volgt:

  • Week 1: Partner krijgt 1 werkweek verlof met 100% doorbetaling door werkgever

  • Week 2 t/m 6: De partner kan maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen

    • Tijdens die weken krijgt hij 70% van zijn salaris, betaald door het UWV

    • Werkgevers mogen het aanvullen tot 100% — en dat doen ze steeds vaker

Maar dan komt het slimme deel: spreiden en combineren

Goed, dat is al heel fijn. Maar reken eens slim verder. Want nu wordt het interessant. Want:

  1. De 5 weken aanvullend verlof hoeven niet aaneengesloten te worden opgenomen

  2. Ze mogen verspreid worden over de eerste zes maanden na de geboorte

  3. Veel vaders combineren die weken met hun vakantiedagen, ATV-dagen of thuiswerkdagen

  4. En: in cao’s (zoals bij overheid, zorg, onderwijs, en sommige grote bedrijven) wordt het loon vaak aangevuld tot 100%

Het resultaat: vaders die in theorie voltijd werken, maar in de praktijk wekenlang maar drie of vier dagen op kantoor zijn — volledig legaal, betaald, en zonder salarisverlies.

Misschien zorgt het op de lange termijn juist voor méér gelijkheid, als mannen én vrouwen het ouderschap écht kunnen combineren met werk — niet door alles in te leveren, maar door alles beter te verdelen.

Want eerlijk is eerlijk: de eerste maanden met een baby zijn pittig. Elke extra dag, elk moment slaap, elk paar extra handen: goud waard. Als de regels dat mogelijk maken, is het misschien tijd dat we niet fronsen — maar leren hoe we ze zélf kunnen benutten.