‘Ik heb soms spijt dat ik mijn kind zo’n baby-achtige naam heb gegeven, ja’

27.01.2025 10:57
baby-achtige naam

‘Ik heb soms spijt dat ik mijn kind zo’n baby-achtige naam heb gegeven. Ja, dat klinkt misschien gek uit de mond van iemand die met liefde een naam voor haar kind heeft uitgekozen, maar toch is het waar. Het blijft iets waar ik mezelf af en toe op betrap: had ik niet beter een naam kunnen kiezen die wat “volwassener” klinkt?

Mijn dochter heet Guusje. Toen ze geboren werd, vond ik het de liefste naam ter wereld. Het paste zo perfect bij dat kleine, kwetsbare mensje in mijn armen. Guusje was schattig, zacht en puur – precies zoals zij. Haar naam weerspiegelde wie ze op dat moment was, en het voelde alsof het nooit anders had kunnen zijn.

Maar nu, een paar jaar later, vraag ik me soms af of ik haar tekort heb gedaan. Guusje begint langzaamaan te veranderen van een baby naar een meisje met een sterke eigen wil. Ze leert praten, ontwikkelen, en groeit uit tot een persoon met een eigen identiteit. En dan vraag ik me af: hoe gaat deze naam klinken als ze een volwassen vrouw is? Wat als ze straks een leidinggevende functie heeft, of professioneel wordt aangesproken? Past Guusje dan nog steeds? Hoe vindt ze dat dan zelf?

Een te baby-achtige naam

Het is niet zo dat ik de naam niet meer mooi vind. Guusje blijft een naam waar ik een warm gevoel bij krijg. Maar ik merk dat ik me zorgen maak over hoe anderen haar zullen zien. Het klinkt misschien oppervlakkig, maar een naam doet er toch toe. Het kan bepalen hoe mensen je in eerste instantie benaderen of inschatten. Wat als ze zich later niet serieus genomen voelt, simpelweg omdat haar naam associaties oproept met een baby of een klein kind?

Ik weet dat ze haar naam kan veranderen als ze dat zelf wil, maar ergens voelt dat als mijn verantwoordelijkheid. Ik heb deze keuze voor haar gemaakt, en ik wil dat het een keuze is waar ze trots op kan zijn. Ik denk soms na over alternatieven – langere versies zoals Guus of iets heel anders – maar tegelijkertijd ben ik bang dat ik dan de essentie van wie zij is, en wie ze altijd al was, loslaat.

Misschien maak ik me zorgen om niets. Misschien groeit Guusje gewoon in haar naam, en zal niemand het ooit gek vinden. Of misschien leert ze haar naam met trots te dragen, ongeacht wat anderen ervan denken. Want als ik eerlijk ben, is de reden dat ik deze naam koos, nog steeds geldig. Het is een naam die liefde uitstraalt, warmte en speelsheid. Dat zijn toch geen slechte kwaliteiten om in het leven mee te nemen?

Toch blijft dat stemmetje in mijn hoofd af en toe fluisteren: had ik het anders moeten doen? Voor nu probeer ik die gedachte te parkeren. Want uiteindelijk is er niets mooier dan een naam die hoort bij wie je bent. En voor mij is ze gewoon Guusje – mijn lieve, bijzondere, en unieke dochter.’