‘Is het raar dat ik mijn neefje borstvoeding geef omdat mijn zus dat niet kan doen?’
Borstvoeding is belangrijk voor pasgeboren baby’s, dat weet ik als geen ander. Mijn zus en ik bevielen een maand na elkaar van onze eerste kinderen. Ik een meisje, zij een jongen. Het is geweldig om een neefje te hebben. Maar nu mijn zus geen borstvoeding kan geven, vraagt ze dat nu aan mij, of ik dat aan mijn neefje wil geven.
Toen mijn zus mij vroeg of ik mijn neefje borstvoeding wilde geven, voelde ik een mix van emoties. Aan de ene kant was ik vereerd dat ze me zo vertrouwde met iets zo belangrijks en intiems. Aan de andere kant kon ik niet anders dan me afvragen: is dit niet een beetje raar? Het is niet mijn eigen kind, die wel mijn eigen melk krijgt?
Mijn zus kan om medische redenen geen borstvoeding geven, en voor haar was het zo ontzettend belangrijk dat haar zoon toch de voordelen van moedermelk zou krijgen. Omdat ik op dat moment zelf borstvoeding gaf aan mijn eigen baby, leek het voor haar logisch om mij te vragen om mijn neefje elke dag een keer te voeden. Ze zou dan bij mij langskomen en we zouden kijken hoe dat ging en hoe hij er op reageert. De rest van zijn voedingen geeft ze flesvoeding. Toch bleef ik twijfelen. Is het normaal om zoiets te doen? Zou ik hiermee ongemakkelijke situaties creëren tussen ons, omdat ik iets doe wat zij niet kan en daardoor een band schep met haar kind?
Mijn neefje borstvoeding geven
De gedachte dat ik mijn neefje zou kunnen helpen gaf me uiteindelijk de doorslag om het te doen. Borstvoeding is zoveel meer dan alleen voeding; het is ook een manier om nabijheid en geborgenheid te bieden. Mijn neefje krijgt met mijn melk de voedingsstoffen en antistoffen binnen die hij zo hard nodig heeft. Daarbij voelt het als een natuurlijke verlenging van de zorg die ik al voor hem voel als tante. En ik geef toch al de borst aan mijn eigen kind, dus wat maakt dat beetje melk extra nou uit? Ik doe het voor mijn zus, natuurlijk, omdat zij ziek is en het niet zelf kan. Dat is toch waar familie om draait?
Het voeden van mijn neefje heeft onze band als familie alleen maar versterkt. Elke keer als ik hem voedde, voelde ik een diepe verbondenheid, niet alleen met hem, maar ook met mijn zus. We deelden iets bijzonders, iets dat onze relatie verder verdiepte.
Tegelijkertijd leerde ik veel over de kracht van vrouwen en gemeenschapszin. Het is makkelijk om je te laten leiden door wat sociaal acceptabel lijkt, maar het was bevrijdend om te doen wat juist voelde, ongeacht de mogelijke oordelen van buitenstaanders. Mijn eigen lichaam, dat in staat was om twee kinderen te voeden, werd een symbool van de zorg en liefde die we in onze familie delen. Dus nee, ik vind het niet meer raar. Ik vind het geweldig dat we dit zo kunnen oplossen.’