
‘Mijn moeder denkt dat ze recht heeft op een rol in ons gezin. Ik denk van niet’

‘Toen ik zwanger was en dolblij was dat ik moeder zou worden, had ik geen idee dat ik er ook een extra ouder bij zou krijgen. Niet in de vorm van mijn man — nee, mijn moeder.
Mijn moeder bedoelt het goed. Tenminste, dat zegt ze altijd. Maar ergens onderweg tussen goedbedoeld advies en regelrechte bemoeienis, is de grens zoekgeraakt.
Ze vindt dat ze ‘recht heeft’ op een plek in ons gezin.
“Jij was ook mijn kind, en kijk hoe jij bent opgegroeid,” zegt ze, wanneer ik haar vriendelijk vraag niet nog meer speelgoed aan te slepen. Of wanneer ze zonder overleg de routine van onze dochter omgooit omdat “dat vroeger ook geen kwaad kon.”
Ze ziet zichzelf als tweede moeder. En dat is precies het probleem.
Ben ik ondankbaar als ik geen zin heb in mijn moeder?
Volgens haar moet ze zich ermee bemoeien, anders zou ze “haar kleinkind niet echt kennen.” Maar ik geloof niet dat liefde gelijk staat aan regie.
Ze lijkt ervan overtuigd dat haar ervaring boven alles gaat. En ergens snap ik dat – ze heeft drie kinderen opgevoed in een tijd zonder Google, babyapps en opvoedcoaches. Maar ervaring is geen vrijbrief voor invloed.
Het ingewikkelde is dat ze ook echt helpt. Ze past op, kookt af en toe, neemt was mee. Maar er zit altijd iets aan vast: kritiek, advies dat meer als bevel klinkt, zinnen die beginnen met “Je zou eigenlijk…”
En ik voel me dan ondankbaar. Want mag je iemand wel op afstand houden die zoveel geeft? Het is lastig, maar ik erger me er steeds meer aan.’