
‘Mijn moeder geeft mijn peuter ongesneden druiven te eten en ik vind dat vreselijk gevaarlijk’

‘Ik hou zielsveel van mijn moeder. Ze is een geweldige oma en heeft een hart van goud als het om mijn peuter gaat. Maar er is één ding waar we keer op keer ruzie over hebben: ze geeft mijn kind ongesneden druiven en cherrytomaatjes en besjes te eten. Voor veel mensen klinkt dat misschien onschuldig, maar ik vind het doodeng. Elke keer als ik hoor dat ze het weer heeft gedaan, voel ik een knoop in mijn maag.
Ik weet dat mijn moeder het goed bedoelt. “Ik gaf jou vroeger ook ongesneden druiven, en je leeft nog,” zegt ze dan met een lach. Maar voor mij voelt het niet goed. Ik heb gelezen over de gevaren van verstikking bij jonge kinderen, en druiven staan hoog op de lijst van risicovolle voedingsmiddelen. Ze zijn precies groot genoeg om in de luchtpijp vast te blijven zitten, en hun gladde schil maakt het lastig om ze los te krijgen als dat gebeurt.
Ik kan het niet uit mijn hoofd zetten. Volgens de American Academy of Pediatrics is verstikking een van de belangrijkste oorzaken van letsel en overlijden bij jonge kinderen. Druiven, maar ook andere ronde of gladde voedingsmiddelen zoals cherry’s en knakworstjes, zijn bijzonder gevaarlijk. En ja, de kans dat er iets misgaat is klein, maar dat risico wil ik gewoon niet nemen. Waarom zou ik? Het kost letterlijk maar een paar seconden om een druif door de midden te snijden.
Mijn peuter en druiven
Elke keer als ik dit aankaart, voelt het alsof mijn moeder zich aangevallen voelt. “Jij bent zo overbezorgd,” zegt ze dan. Of: “Ik heb vier kinderen grootgebracht, ik weet echt wel wat ik doe.” Ze begrijpt niet waarom ik hier zo’n punt van maak. Ze vindt dat ik overdrijf, en misschien lijkt dat ook zo in haar ogen. Maar als ouder voel ik me verantwoordelijk om mijn kind zo goed mogelijk te beschermen – ook tegen ogenschijnlijk kleine gevaren.
Het voelt soms alsof we botsen tussen generaties. Mijn moeder komt uit een tijd waarin er minder bekend was over dit soort risico’s. Kinderen aten gewoon wat er op tafel kwam, zonder al te veel gedoe. Maar nu weten we meer. We hebben toegang tot onderzoeken en adviezen van experts die ons kunnen helpen om veiliger keuzes te maken. Waarom zouden we die kennis niet gebruiken?
Ik probeer rustig met haar te praten, maar het valt niet altijd mee. Ik leg uit waarom het belangrijk is om druiven te snijden en probeer haar niet te laten voelen alsof ze het fout doet. Ik weet dat ze alleen maar het beste wil voor haar kleinkind. Soms helpt het om voorbeelden te geven, zoals artikelen die ik heb gelezen over verstikkingsgevaar. Maar eerlijk? Vaak krijg ik een oogrol en het gevoel dat ze me nog steeds niet serieus neemt.
Een andere tactiek die ik probeer, is om preventief te handelen. Als ik weet dat mijn peuter druiven gaat eten, snijd ik ze zelf alvast in stukjes voordat ze bij mijn moeder terechtkomen. Op die manier hoef ik er niet over in discussie en weet ik zeker dat mijn kind veilig is. Maar ik weet dat dit niet altijd een haalbare oplossing is, zeker niet als ik er niet bij ben. Vermoeiend, dat oma’s soms gewoon maar hun eigen plan trekken. Ik ben echt zo bang dat er iets gebeurt… Nee, niet meer als ze zes jaar zijn. Maar wel als ze pas drie zijn.’