Hoe kleiner je borsten, hoe vaker je je baby zou moeten voeden
Als je niet voorzien bent van een bos hout voor de deur, dan hoef je je qua borstvoeding nergens zorgen om te maken. Ook met kleinere borsten kun je prima borstvoeding geven, natuurlijk.
En gelukkig maar. Want niet iedereen heeft cup D of groter.
Kleine tiet, genoeg te drinken
Maar, zo zeggen experts: je zou soms wel wat vaker moeten voeden als je een kleinere buste hebt. Grote borsten hebben meer vetweefsel, maar bijna alle vrouwen hebben genoeg klierweefsel om melk te maken. Dus of je nou cup A of cup E hebt: je maakt hoe dan ook melk aan voor je baby. Kleinere borsten hebben wel iets minder opslagruimte voor de melk, waardoor je je kind iets vaker zou moeten voeden omdat er misschien niet genoeg gedronken kan worden.
Voor je baby is het belangrijk dat hij of zij de hele borst leegdrinkt. Zo krijgt je baby genoeg binnen om te groeien. Als je denkt dat je baby te weinig drinkt doordat hij of zij bijvoorbeeld niet aankomt, dan kun je je kind nog altijd aan de andere borst aanleggen. Je kunt je kind ook niet snel te veel voeding geven via je borst. Als een baby op verzoek wordt gevoed, kun je er van uit gaan dat hij genoeg krijgt. Flesvoeding mag je wel maar in bepaalde hoeveelheden geven: want je kunt niet oneindig grote flessen vullen voor een piepklein maagje. Daarin zijn richtlijnen te vinden.
Borst of fles: zoveel is genoeg
Dit kun je aanhouden als genoeg melk voor je baby, via de borst óf fles:
De eerste 4 maanden: gemiddeld 150 tot 180 ml per kg lichaamsgewicht, bv. een baby van 5 kg krijgt 750 tot 900 ml per dag. Tussen 4 en 8 maanden ligt dit ongeveer op 120-150 ml/kg/dag. Vanaf 6 maanden wordt vaste voeding opgestart en evolueert de melkbehoefte geleidelijk aan naar 500 ml per dag.
Lees ook
‘Hoe vaker je zwanger bent, hoe slapper je borsten worden’