
‘Ik hou van mijn beste vriendin, maar kan de ordinaire bijnaam die ze mij geeft niet waarderen’

Het voelt bijna oneerlijk om te klagen, want ik heb een beste vriendin waar ik zielsveel van houd. We kennen elkaar al jaren, delen alles — van gênante geheimen tot de grootste dromen — en ze staat altijd voor me klaar. Maar toch zit me iets dwars. Iets kleins misschien, iets ogenschijnlijk onbenulligs. Alleen: het knaagt. Het gaat om de bijnaam die ze mij geeft. Een bijnaam die bedoeld is als grapje, als iets liefs, als iets ‘tussen ons’. Maar ik voel me er allesbehalve prettig bij.
Het begon onschuldig. Tijdens een dronken avond noemde ze me opeens “sletie” – een samenvoeging van “slet” en “cutie”, als een soort plagerige term omdat ik die avond iets flirtends had gedaan. We lachten erom, en ik dacht dat het daarbij zou blijven. Maar sindsdien gebruikt ze het te pas en te onpas. In appjes, in gezelschap, soms zelfs op sociale media. “Mijn sletie komt vanavond langs!” of “Wat zou m’n sletje nu doen?” En elke keer dat ik het hoor, krijg ik dat ongemakkelijke gevoel in mijn buik.
Het is alsof die bijnaam – hoe speels bedoeld ook – niet klopt met hoe ik mezelf zie. Of hoe ik gezien wíl worden. Het klinkt denigrerend, plat, en het voelt gewoon… verkeerd. Zelfs als zij het als een geuzennaam bedoelt. Ik ben geen preuts type, en ik weet dat we in een tijd leven waarin je als vrouw je seksualiteit mag ownen, maar dat is precies het punt: ik wil zelf bepalen hoe ik dat doe. En sletie voelt niet als een geuzennaam die ik zélf zou kiezen.
Waarom ik het lastig vind om er iets van te zeggen
Je zou denken: zeg er gewoon wat van. Maar ja, het ligt gevoelig. Onze vriendschap is gebouwd op humor, op openheid, op het elkaar niet al te serieus nemen. En zij zou waarschijnlijk direct zeggen: “Het is toch een grapje? Kom op, jij weet toch dat ik het lief bedoel?” En eerlijk gezegd weet ik dat ook. Maar wat als iets wat voor de één grappig is, voor de ander keer op keer als een prikje voelt?
Ik ben bang dat als ik haar aanspreek, ze zich aangevallen voelt of denkt dat ik haar humor afwijs. Terwijl dat het niet is. Het gaat me niet om de intentie, maar om het effect. Om het ongemak dat ik voel als anderen het horen. En vooral: om het feit dat het een naam is die niet uit mijzelf komt, maar mij opgeplakt wordt — met een knipoog, ja, maar toch.
Hoe ik ermee om wil gaan
Ik denk dat het tijd wordt om mijn ongemak uit te spreken. Niet in boosheid of frustratie, maar gewoon eerlijk. Misschien zoiets als: “Ik weet dat je het lief bedoelt, en meestal lach ik ook wel mee, maar die bijnaam voelt niet helemaal goed voor me. Kan je me gewoon weer bij m’n naam noemen — of iets anders verzinnen dat niet zo ordinair klinkt?”
Want echte vriendschap, denk ik, zit hem juist in het kunnen aangeven van grenzen — ook als het om kleine dingen gaat. En als ze echt m’n beste vriendin is, dan zal ze dat begrijpen. Misschien lachen we er later nog eens om. Maar dan wel op een manier waar ik me ook in kan vinden.
Heb jij ooit iets soortgelijks meegemaakt in een vriendschap?