‘Onze dochter is veel te klein voor haar leeftijd: maat 74 en al drie jaar’

24.04.2025 21:39

In winkels kijken ze me soms aan alsof ik het verkeerd begrijp. Voor uw peuter? “U bedoelt maat 104?” Nee. Ik bedoel wat ik zeg. Maat 74. En ja, ze is net drie geworden.

Het voelt vreemd om het zo zwart-wit op te schrijven, alsof het alleen om een getalletje gaat.
Maar die getalletjes vertellen iets. Over normen. Verwachtingen. Vergelijking.
En ook: over mijn zorgen. Die zich ergens tussen de kleerhangers en groeicurves langzaam aan me zijn gaan vastkleven.

Het probleem is niet haar maat. Het probleem is dat ik me afvraag of het een probleem is.

Ze is vrolijk. Ze speelt. Ze ontwikkelt zich goed. Haar energie is eindeloos.
Ze maakt grapjes, praat honderduit, heeft een uitgesproken voorkeur voor roze sokken met glitter. Ze is drie. Helemaal.

Maar haar lichaampje lijkt achter te blijven. Ze kan net maat 80 aan, maar dat zit al ruim.
En elke keer dat ik haar een rompertje aantrek dat eigenlijk voor baby’s van negen maanden is, denk ik: klopt dit nog wel?
Niet alleen lichamelijk. Maar ook: emotioneel, maatschappelijk, moederlijk. Mag ik hier ontspannen in zijn?
Of mis ik iets? Wat kan ik doen?

Dokters zeggen: ze is gezond. Maar m’n hoofd zegt iets anders.

De kinderarts noemt haar ‘petit’, klein van stuk. Genetisch, misschien. Een kind dat altijd klein is geweest en in zijn eigen tempo groeit, hoeft geen reden tot zorg te zijn. Het kan genetisch zijn (denk aan ouders, grootouders), of gewoon het tempo van je kind.
Mijn hoofd knikt. Maar mijn hart fluistert: “Maar wat als…?”

Want het gaat niet alleen over wat de weegschaal zegt.
Het gaat over wat andere moeders zeggen. Of niet zeggen.
Over de blikken op het consultatiebureau.
Over het moment waarop een wildvreemde haar een ‘baby’tje’ noemt, en ik voel hoe haar blik verscherpt.

En ik wil haar beschermen, en ik lig er soms van wakker. Wat als er iets niet klopt? Ik luister naar haar woorden, en let op haar slaap, haar eetlust, haar spel. En als er iets echt mis zou zijn — dan vertrouw ik op mijn gevoel. Ze gaat hopelijk opeens een groeisprong krijgen.’

Deskundig advies

Wat zeggen medici hierover? Artsen gebruiken percentielcurves om te bepalen of groei zorgwekkend is. Pas als een kind buiten het normale spectrum valt én er andere signalen zijn, wordt het verder onderzocht (bijv. op schildklierproblemen, groeihormoonstoornissen, coeliakie, etc.). Maat 74 wordt vaak gelabeld als “6-9 maanden”, maar veel kinderen passen daar op andere leeftijden nog prima in, of juist allang niet meer.

Belangrijker dan kledingmaat zijn:

  • De groeicurve: groeit je kind in zijn eigen lijn?

  • Proporties: is alles in balans (gewicht, lengte, hoofdomtrek)?

  • Ontwikkeling: beweegt, praat, speelt je kind op een passende manier?

Wat kun je als ouder doen?

  1. Blijf kijken naar je kind – niet alleen naar de labels in kleding.

  2. Let op: groeit je kind in zijn eigen tempo? Dan is dat meestal prima.

  3. Wees voorzichtig met vergelijken. Elk kind groeit anders.

  4. Praat met een jeugdarts of kinderarts als je twijfelt – ook gewoon voor geruststelling.