‘Onze buurvrouw klaagt over dat mijn kinderen niet in de ochtend in de tuin mogen spelen, wat moet ik daar nou mee?’
‘Ja, kinderen maken lawaai. Dat weet ik en dat vind ik ook lastig. Maar we zijn juist buiten de stad in een groter huis met een tuin gaan wonen, zodat we ze meer buiten kunnen laten spelen. De buurvrouw vindt dat we dat alleen niet in de ochtenden mogen doen.
Het begint op een hele burenruzie te lijken. We hebben altijd goed contact gehad hoor, met de buurvrouw. Een wat oudere dame, alleen. Wij zijn een gezin met vier jonge kinderen. De jongens en onze dochter moeten gewoon af en toe even uitrazen, en dat kan buiten in de tuin uitstekend, op de trampoline bijvoorbeeld. Of gewoon even wat doen met hun fietsjes of iets anders. Daarom zijn we ook hier gaan wonen: een tuin hebben waar je kinderen in spelen. En als kinderen spelen, hoe je het ook uitlegt, er wordt geluid gemaakt. Ik vind dat niet erg. Maar de buurvrouw klaagt nu enorm. Ze snapt dat onze kinderen buiten spelen, maar ze wil het pas vanaf 12 uur in de middag hebben. Eerder vindt ze het te vroeg. Dit geldt dan voor de zaterdag en de zondag. Doordeweeks, ook al is het een schoolvakantie, maakt het haar niet uit.
Nou sorry, maar twaalf uur? Wat moet ik dan voor die tijd doen? In de wintertijd is het sowieso wat minder buiten hoor, maar ja, zodra de zon schijnt en het droog is? Jassen aan en hop, naar buiten. In de zomer is het alleen maar buiten spelen, vanaf na het ontbijt, dus zo vanaf 9 uur ’s ochtends. Zo erg is dat toch niet? Ze gillen de buurt niet bij elkaar, ze spelen gewoon en kletsen wat. Er is echt geen enorm gekrijs in de tuin, of zo. En ik snap dat haar tuin aan die van ons grenst. Maar de buurvrouw blijft zeuren. En nu weet ik niet meer wat ik moet. Heeft ze een punt? Of stel ik me aan?
M’n buurvrouw wil geen kinderen in de tuin
Hoewel ik rekening wil houden met de wensen van mijn buurvrouw, moet ik ook duidelijk zijn over wat voor ons haalbaar is. De kinderen binnen houden tot ver in de ochtend voelt niet realistisch – het zijn kinderen, en ze hebben het nodig om te spelen en bewegen. Dus heb ik haar uitgelegd dat het niet altijd anders kan en dat ik mijn best doe om het speelgeluid binnen redelijke tijden te houden. En ook niet de hele dag door, in het weekend.
Op een gegeven moment heb ik de regels over geluidsoverlast opgezocht om te zien wat ‘normaal’ is voor geluidsniveaus in de buurt. Wat bleek: spelende kinderen worden meestal niet als geluidsoverlast gezien, zolang het binnen redelijke tijden gebeurt. Ik ben hierdoor iets zekerder geworden over de situatie en voel dat het redelijk is wat ik vraag. Ik heb deze informatie voorzichtig met haar gedeeld, en sindsdien lijkt ze iets meer begrip te hebben. Ik laat kinderen echt niet om 8 uur ’s ochtends buiten rennen en gillen, maar kom op… We mogen wel gewoon gebruik maken van onze eigen leefruimte. Wat een heisa om wat spelen, zeg. Je buren… Die kun je niet kiezen, hè? Je krijgt ze cadeau bij het huis dat je koopt…’