Volgens de WHO zou je je kind tot 2 jaar borstvoeding moeten geven
Veel moeders denken dat de ideale richtlijn voor het geven van borstvoeding een half jaar is. Maar de Wereldgezondsheidsorganisatie raadt het aan om het langer te geven.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een duidelijk advies als het gaat om het geven/afbouwen van borstvoeding. De eerste zes maanden: uitsluitend borstvoeding. Na een half jaar: bijvoeding introduceren, dus de borst geven in combinatie met fruit- en groentehapjes. Tot het kind 2 jaar is: borstvoeding geven in combinatie met bijvoeding.
Veel vrouwen stoppen te vroeg met het geven van borstvoeding. Dat is één van de uitkomsten uit het Nationaal Borstvoeding Onderzoek 2022. In het onderzoek geeft 65% van de Nederlandse moeders aan maximaal 12 maanden moedermelk te geven of te willen geven en maar weinig moeders geven dus tot twee jaar de borst.
Langer borstvoeding geven
Internationale gezondheidsorganisaties zijn het erover eens dat het geven van borstvoeding gedurende de eerste twee jaar van een baby helpt bij de ontwikkeling van de hersenen, zorgt voor optimale groei, de schoolprestaties bevordert en het risico op diabetes en obesitas op latere leeftijd verkleint. Ondanks dat 60% van de moeders in het onderzoek aangeeft dat de gezondheid van de baby en van de moeder zelf de belangrijkste redenen zijn om te starten met borstvoeding, stoppen de meesten veel te vroeg met het geven van moedermelk. Meer voorlichting over borstvoeding en goede begeleiding is essentieel.
“Meer voorlichting rondom borstvoeding is erg belangrijk, blijkt ook weer uit het Nationaal Borstvoeding Onderzoek 2022”, aldus Mathijs Visser, mede-eigenaar van Gewoonborstvoeding.nl. “Wij pleiten al jaren voor meer informatie over de invloed van borstvoeding op de gezondheid van moeder en kind. Het is belangrijk om het langvoeden uit de taboesfeer te halen en om rolmodellen te creëren via de media.” Belangrijke factoren bij de keuze van de moeder voor het geven van borstvoeding zijn met name steun vanuit de partner en hulp en informatie vanuit zorgprofessionals. Borstvoeding moet worden beschouwd als een volksgezondheidskwestie die op alle niveaus investeringen en ondersteuning vereist, vindt Visser.