Volgens wetenschappers hoeven vrouwen in de toekomst nooit meer zwanger te zijn, maar groeien baby’s in een lab
Het zou zomaar kunnen dat we ooit toegaan naar een geplande buitenbaarmoederlijke zwangerschap: in een laboratorium. Dit zou voor veel vrouwen die niet zwanger kunnen worden de oplossing zijn.
Ectogenese heet het: een baby laten groeien buiten een mens. In een laboratorium, dus. Het klinkt als science fiction, maar het kan op een dag de realiteit zijn. Voor rijke mensen met een kinderwens, dan.
Amerikaanse onderzoekers hadden muizenembryo’s na vijf dagen uit de baarmoeder van hun moeders gehaald en verder gekweekt in een mechanische baarmoeder. Na elf dagen, halverwege de zwangerschap, moesten ze het experiment staken omdat ze de muisjes niet meer met hun kunstmatige navelstreng konden voeden. Dat is toch al een baanbrekend onderzoek, de helft van de zwangerschap van de muis kunstmatig kunnen begeleiden. En het onderzoek met menselijke embryo’s gaat steeds verder vooruit: steeds meer is er mogelijk dankzij nieuwe technieken. Volgens Carlo Bulletti, hoofddocent aan de afdeling verloskunde, gynaecologie en reproductieve wetenschappen van Yale, kunnen we met de juiste investeringen binnen tien jaar een werkende kunstmatige baarmoeder creëren.
Al zal het nog allemaal even duren hoor, voordat het zover is in ons land. In Nederland is het nog verboden om embryo’s te kweken voor wetenschappelijk onderzoek. Alleen embryo’s die zijn overgebleven na een ivf-behandeling, mogen worden gebruikt. Daar zijn er niet veel van, en bovendien mogen ze zich maar tot veertien dagen buiten de baarmoeder ontwikkelen.
Allemaal gelijk
Hoe dat zal werken? Een eicel en een zaadcel worden samengebracht tot een embryo, net zoals bij ivf gebeurt. Om de foetus in leven te houden wordt er van buitenaf bloed toegevoerd, waar zuurstof aan wordt toegevoegd door middel van een kunstlong. Een placenta wordt nagemaakt, als het ware. En daarbij komt de mogelijkheid dat homoseksuele koppels makkelijker kinderen kunnen krijgen, of vrouwen die problemen hebben met hun baarmoeder. Bovendien leidt het volgens Bulletti tot meer gendergelijkheid, doordat er “een nieuw ouderschapsevenwicht ontstaat waarin mannen en vrouwen geen primaire en secundaire rollen meer hebben.”