Onderzoek wijst uit: kinderen die borstvoeding krijgen, doen het later beter op school
Borstvoeding of geen borstvoeding; het is een langlopende discussie én een kwestie van ‘kunnen’. Want hoewel sommige vrouwen ervoor kiezen om geen borstvoeding te geven, bijvoorbeeld omdat ze dat niet willen, willen andere vrouwen het wel, maar lukt het niet. Uit nieuw onderzoek blijkt nu dat kinderen die borstvoeding krijgen, het later beter doen op school.
Omdat de discussies tussen fles- en borstvoedingaanhangers regelmatig hoog oplopen, wordt er vaak onderzoek naar gedaan. Steeds vaker lijkt borstvoeding beter te zijn dan flesvoeding, maar bij ieder onderzoek zijn ook weer kanttekeningen te plaatsen.
Borstvoeding betekent beter op school
Uit nieuw onderzoek blijkt dat kinderen die vroeger borstvoeding kregen, betere schoolprestaties hebben dan kinderen die geen borstvoeding kregen. Onderzoekers aan de Universiteit van Oxford volgden zo’n 5000 kinderen vanaf het jaar 2000 tot aan het einde van hun middelbare schooltijd. Daarbij werden de kinderen in groepen opgedeeld: zij die borstvoeding kregen, zij die het niet kregen en zij die het langer dan 12 maanden kregen. De uitkomst was duidelijk: kinderen die langer dan 12 maanden borstvoeding kregen, hadden 39 procent meer kans om hun wiskunde en Engels examen te halen dan kinderen die nooit borstvoeding kregen.
Twijfels over onderzoek
Een opvallend resultaat, waar ook kanttekeningen bij te plaatsen zijn. Het is namelijk heel moeilijk om te stellen dat de betere schoolresultaten per se door de borstvoeding komen. Dat er een verband is, wil nog niet zeggen dat de borstvoeding dat voordeel veroorzaakt. Hoogleraar vroege ontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam Tessa Roseboom legt aan NOS uit: “Het is niet uit te sluiten dat een deel van de relatie ook door sociaaleconomische factoren kan worden verklaard. Hoogopgeleide vrouwen geven vaker borstvoeding, dus het kan ook gewoon zo zijn dat zij slimmere kinderen krijgen. Dat hoeft niet aan de borstvoeding te liggen.”
Borstvoeding vs. flesvoeding
Veel studies zijn onbetrouwbaar, zo legt Tessa uit. Toch is er een studie in Belarus waaruit betrouwbare resultaten naar voren zijn gekomen, omdat moeders daar niet zelf mochten beslissen of ze hun baby borstvoeding zouden geven. “Daarbij is met name gekeken naar de effecten op de korte termijn. Daardoor is met zekerheid te zeggen dat kinderen die borstvoeding kregen minder kans hebben op een middenoorontsteking, maagdarminfecties en luchtweginfecties.” Bij de middenoorontsteking was bijvoorbeeld te zien dat kinderen die geen borstvoeding kregen, een kans van 6 procent hadden op middenoorontsteking in het eerste levensjaar tegenover 3 procent van baby’s die het wel kregen. “Dat lijkt een klein verschil, maar het is een halvering van het risico op een ziekte en dat vind ik een groot effect”, zegt de hoogleraar daarover. “Als je het bijvoorbeeld hebt over autogordels en dat zou de kans op letsel halveren, dan denk ik dat de meeste mensen er wel voor kiezen.”
Toch is ze heel duidelijk: “De kans is nog steeds het allergrootst dat een kind de ziekte niet krijgt.” En ze geeft aan dat ook flesvoeding nooit een verkeerde keuze is: “Het is niet alsof je je kind een slechte start geeft als je geen borstvoeding geeft.”