Een hazenlip, ook wel schisis genoemd, is een aangeboren aandoening waarbij de lip en/of het gehemelte van een baby niet volledig gesloten zijn tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder. Deze aandoening wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Meestal ziet de verloskundige het op de 13- of 20wekenecho.
Hazenlip baby
Hier zijn enkele mogelijke oorzaken en risicofactoren:
-
Genetische factoren: Erfelijkheid speelt een rol bij het risico op het ontwikkelen van een hazenlip. Als er al gevallen van schisis in de familie zijn, kan het risico toenemen. Er zijn ook specifieke genetische syndromen geassocieerd met schisis.
-
Omgevingsfactoren: Blootstelling aan bepaalde omgevingsfactoren tijdens de zwangerschap kan het risico op een hazenlip verhogen. Factoren zoals roken, alcoholgebruik, drugsgebruik, onvoldoende voeding, en bepaalde medicijnen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van schisis.
-
Vitaminetekorten: Een tekort aan bepaalde voedingsstoffen, met name foliumzuur, tijdens de vroege zwangerschap is geassocieerd met een verhoogd risico op schisis. Het nemen van foliumzuursupplementen vóór en tijdens de zwangerschap wordt aanbevolen om het risico te verminderen.
-
Leeftijd van de moeder: Het risico op schisis lijkt iets hoger te zijn bij oudere moeders. Vrouwen ouder dan 35 jaar hebben mogelijk een iets verhoogd risico.
-
Blootstelling aan infecties: Sommige infecties tijdens de zwangerschap, zoals het cytomegalovirus (CMV), kunnen het risico op schisis vergroten.
- Je baby heeft een ziekte waar ook een schisis bij ontstaat. Er is dan meer onderzoek nodig bij jouw baby.
Toch moet je niet vergeten dat schisis meestal geen gevolg is van één enkele factor, maar eerder het resultaat van een complex samenspel van genetische en omgevingsinvloeden. Het exacte mechanisme is niet altijd duidelijk en kan van geval tot geval verschillen. Prenatale zorg, gezond eten, het vermijden van schadelijke stoffen en het nemen van aanbevolen vitaminen en mineralen tijdens de zwangerschap kunnen allemaal bijdragen aan het verminderen van het risico op aangeboren afwijkingen, waaronder schisis.
En maak je niet al te veel zorgen: een schisis kan meestal goed worden behandeld.