‘Hoe dikker je billen, hoe slimmer je kind’
Het is zaterdagavond en mijn zak chips en ik zitten gezellig op de bank. Op de socials gaat net een interessant bericht viral: ‘Dikke billen? Daar krijg je slimme kinderen van.’ Dat is nog eens nieuws waar je wat aan hebt!
Ook andere moeders reageren enthousiast (‘Respect that booty!’) en taggen elkaar in de comments. Ik scrol lekker door en prop me vol tot ik verzadigd ben. En dan begint het te knagen. Kunnen mijn spekbillen IJsbrand echt een slimmer brein bezorgen? #hoedan?
Ik scrol weer terug naar het bericht maar daar word ik niet veel wijzer van. Onderzoekers zouden bewezen hebben dat het vet uit vrouwenbillen belangrijk is voor de ontwikkeling van baby’s. Maar hoe ze dat hebben aangetoond? En hoe dat in zijn werk zou moeten gaan? Er zit maar één ding op: ik parkeer mijn achterste achter de laptop en ga op onderzoek uit.
WAT ZEGT JOUW BULLSHITRADAR? | |
Dikke billen, krijg je daar een slim kind van? | |
a | Nee, dat kunnen we nu nog niet zeggen. Er is slechts één onderzoek gedaan en dat vond geen grootse effecten |
b | Ja, want in dikke billen zitten belangrijke bouwstoffen zoals omega 3-vetzuren opgeslagen en daar kan de foetus uit putten |
c | Ja, maar alleen als een vrouw borstvoeding geeft: zo komen de goede vetten bij het kind terecht |
Meteen krijg ik de eerste teleurstelling voor de kiezen: het gaat niet om wat je eraan vreet ná de geboorte, het gaat om de vetvoorraad die je ontwikkelt en vasthoudt tót er een baby komt. Het babybrein ontwikkelt zich het snelst in het laatste trimester en na de geboorte en daar zijn veel bouwstoffen zoals omega 3-vetzuren voor nodig. Die krijgt de baby binnen via de placenta, en na de geboorte via moedermelk. Het gros komt uit mama’s vetopslag, met het depot rond de heupen en billen als hoofdleverancier.
De volgende teleurstelling dient zich aan: omega 3-vetzuren haal je niet uit vette chips, maar uit gezondere opties zoals vette vis. En daar komt nog bij: een dikke chipsbuik remt de beschikbaarheid van goede vetten juist af. Volgens arts-onderzoeker William Lassek zijn het vrouwen met dikke billen en een dunne buik die hun baby het beste van omega 3-vetzuren voorzien. In zijn geruchtmakende onderzoek keek hij daarom naar de taille-heupverhouding. Een klein getal betekent dat de taille ten opzichte van de heupen smal is. Een barbiepop met haar wespentaille en baarheupen komt uit op een verhouding van 0.70. De tailleomtrek is dus 70 procent van de heupomtrek. Bij Kim Kardashian was deze verhouding nog extremer (62 procent), dankzij haar smalle taille en beroemde brede bottom. Andersom wijzen grotere getallen juist op relatief meer buikvet. Alles boven de 85 procent wordt gezien als ongezond. Dan blijft natuurlijk de vraag: zegt dit getal werkelijk iets over de slimheid van onze kinderen?
Om dat te onderzoeken liet Lassek bijna 2000 kinderen (tussen de 6 en 16 jaar) een aantal tests doen, van rekenen tot blokkenpatronen bouwen. De gemiddelde testscores van de kinderen vergeleek hij met de taille-heupverhouding van hun moeders. En daar komt de derde teleurstelling: Lassek vond weliswaar een verband, maar groots was het niet. Een één punt lagere taille-heupverhouding hing samen met een 0.061 hogere score van het kind (op een schaal van 16 punten). Het effect halveerde ook nog eens toen Lassek rekening hield met verschillen tussen de moeders zelf, zoals verschillen in hun opleidingsniveau.
Al met al scoort een kind van een moeder met een weelderige derrière amper een half punt hoger dan het kind van een doorsnee vrouw. Dat lijkt me niet meteen breaking news. Te meer omdat het onderzoek van Lassek al uit 2008 stamt en er daarna helemaal geen onderzoek meer naar is gedaan. Dus zit je ook op de bank met een zak chips en zie je dit viral bericht voorbijkomen, neem het dan met een korrel zout.
HET ANTWOORD |
Het goede antwoord is a: er is maar beperkt onderzoek naar gedaan, en grootse effecten van onze dikke billen op de intelligentie van onze kinderen zijn niet gevonden. Dus helaas biedt dit geen vrijbrief om lekker chips en taart te gaan eten – maar als je behoefte hebt aan wat extra vet, dan kun je het beste voor vette vis kiezen. |
Dit en meer lees je in Jojanneke’s boek ‘Baby Bullshit en hoe het echt zit‘. De schrijfster Dr. Jojanneke Bastiaansen is een wetenschapster/onderzoekster en heeft vanuit haar achtergrond een boek geschreven over feiten en fabels rondom zwangerschappen en de babytijd.